Bombardement 22 februari 1944

Op 22 februari 1944 werd Nijmegen gebombardeerd door Amerikaanse vliegtuigen. Een groot deel van de binnenstad werd verwoest. Het bombardement vond plaats nadat geallieerde vliegtuigen als gevolg van het slechte weer plotseling werden teruggeroepen. De piloten kozen een gelegenheidsdoel uit nadat hun missie naar het Duitse Gotha was mislukt. Ze kozen voor het Nijmeegse spooremplacement.

Bombardement

Door onervarenheid van de vliegers, slechte richtlijnen en verkeerde inschattingen kwamen de bommen echter voor een groot deel midden in het centrum van de stad terecht met alle desastreuze gevolgen van dien. Het gebeurde allemaal op de derde dag van de grote geallieerde luchtoperatie ‘Big Week’ die voor die 22e februari de Duitse steden Schweinfurt, Gotha, Aschersleben en Halberstadt ten doel had.

Het bombardement had honderden doden en gewonden tot gevolg. De materiële schade was enorm. Nadat om 11.05 uur luchtalarm was gegeven en enige vliegtuigen waren waargenomen, had om 13.12 uur het eindalarm geklonken. Veel mensen waren de straat weer opgegaan, toen om precies 13.28 uur de bommen vielen.

Velen zagen de zestien vliegtuigen op de stad afkomen en hun bommen afwerpen. In een lange roffel vielen er 144 stuks 500-ponds brisantbommen op het stadshart; 150 splinterbommen kwamen voornamelijk neer op het Kelfkensbos en het Stationsplein. Omdat het winter was en de kachels brandden veroorzaakten de directe inslagen een groot aantal branden die moeilijk te blussen waren omdat de brandweer door de weggevallen waterdruk haar werk niet goed kon doen.

Bron: Huis van de Nijmeegse geschiedenis